Alles over de groepenkast
De groepenkast is het hart van de elektrische installatie in een woonhuis of ander gebouw. De groepenkast is opgebouwd uit verschillende componenten. Een aantal daarvan is standaard, zoals een hoofdschakelaar, installatieautomaten en een aardlekschakelaar. Andere componenten zijn naar wens toe te voegen. Dat zorgt er voor dat de groepenkast er in ieder pand weer anders uitziet.
Groepenkast en andere termen
Als het gaat over elektriciteit in de gebouwde omgeving, dan worden er allerlei termen door elkaar gebruikt, zeker door ‘leken’. De oudere generatie heeft het vaak over de stoppenkast. Die term dateert uit de tijd dat er in de meterkast nog porseleinen zekeringen zaten. Jongere mensen hebben het over de groepenkast. Professionals spreken soms over een energiedistributie- of energie verdeelsysteem, maar dat zijn zulke lange woorden. Groepenkast blijft dus toch het meest gangbaar.
En dan de meterkast, dat is de ruimte waarin de groepenkast zich bevindt. Het woord meterkast is voor de duidelijkheid omgedoopt tot meterruimte.
Welke standaard componenten horen er in een groepenkast thuis?
Dat zijn minimaal: een hoofdschakelaar die alle aangesloten elektrische installaties in een keer aan- of uit kan zetten. Er zijn twee smaken: de 2-polige variant is geschikt voor de 1 fase groepenkast. De 4-polige voor de 1/3 fase en 3 fase groepenkast. In woonhuizen is volstaat meestal een 40A hoofdschakelaar. Bij industriële installaties ligt een 63A hoofdschakelaar meer voor de hand. Eén hoofdschakelaar per woning is genoeg.
Verder, afhankelijk van het aantal elektrapunten in de woning, een aantal installatieautomaten (de groepen). Per vier van dergelijke installatieautomaten is één aardlekschakelaar nodig. Een kookgroep is niet verplicht, maar tegenwoordig in nieuwbouw wel standaard omdat daar elektrisch wordt gekookt.
https://www.youtube.com/embed/7VtD8uy5vMU?feature=oembedRob de Elektroman legt in dit filmpje uit hoe een aardlekschakelaar werkt.
Welke extra componenten kunnen worden toegevoegd?
Afhankelijk van de situatie en de wensen van de klant zijn er verschillende mogelijkheden. Een extra stopcontact kan handig zijn. En is er een elektrische deurbel bij de voordeur? Dan zorgt een beltrafo (voluit deurbeltransformator) ervoor dat de netstroom wordt omgezet in zwakstroom, want een deurbel werkt op 8, 12 of 24V en niet op 230V. Een overspanningscomponent beveiligt de elektrische installatie als de bliksem in zou slaan. Een krachtgroep is nodig als er een apparaat of voorziening in huis is die veel vermogen vraagt. Bijvoorbeeld een PV-installatie of een jacuzzi. Een aardlekautomaat is een installatieautomaat met aardlekfunctie. Zo’n component wordt wel toegevoegd om installaties afzonderlijk af te kunnen zekeren.
Groepenkasten zijn kant-en-klaar te koop, maar realiseer je wel dat je daar later niets in kunt aanpassen/toevoegen!
Waarom moet je een groepenschema maken?
Het is niet verplicht om zo’n schema te maken. Maar het is voor een bewoner wel heel handig om te kunnen zien welke elektrapunten er op welke groep zijn aangesloten. Ook voor een elektricien die in de toekomst aan de installatie komt werken is het prettig. Bijvoorbeeld in het geval van een storing, of bij de uitbreiding of aanpassing van de groepenkast. Een groepenschema geeft direct inzicht in de situatie. Als je ergens een nieuwe groepenkast installeert is dat het moment om een schema te maken. Ook wordt het gewaardeerd als je op de groepenkast stickertjes plakt met aanduidingen.
Hoe (vaak) test je een aardlekschakelaar?
Ga je werkzaamheden aan de groepenkast uitvoeren, test dan altijd de aardlekschakelaar. Op de meeste typen zit een knopje met een T erop. Druk die in. De stroom zou nu uit moeten vallen. Gebeurt dat niet, dan functioneert de aardlekschakelaar niet en is het tijd voor een nieuw exemplaar.
Eigenlijk moet een bewoner de aardlekschakelaar regelmatig testen, maar de praktijk wijst uit dat maar heel weinig mensen dat doen. Vandaar dat het verstandig is om het te doen voor je aan de slag gaat met de groepenkast. Raad de klant wel aan om voortaan zelf te testen: de overgang van zomer- naar wintertijd en andersom zijn logische momenten om dat te doen. Klokjes op apparaten moeten dan toch opnieuw ingesteld worden.
Wat is het verschil tussen een 1-fase of een 3-fase groepenkast?
Het grootste verschil is dat op een 3-fase groepenkast een aansluiting voor krachtstroom gemaakt kan worden. Daarmee kan er dan een hoger voltage door de kast lopen. Over het algemeen volstaat een 1-fase groepenkast voor een gemiddelde woning zonder grote verbruikers. Een 3-fase groepenkast is bedoeld voor woningen met een hoger energieverbruik, bijvoorbeeld als er elektrisch wordt gekookt, of als er een laadpaal voor een elektrische auto is.
Installeer je ergens een nieuwe groepenkast, vraag dan of de klant in de toekomst van plan is om grote verbruikers aan te schaffen. Zo ja, kies dan altijd voor een 3-fase groepenkast.
Hoe bepaal je hoeveel groepen er nodig zijn?
Bereken de maximale belasting door het aantal ampère te vermenigvuldigen met 230 volt. Bij een groep van 16 ampère – gebruikelijk in een woning – is de maximale belasting 16 x 230 = 3.680 watt. Op een elektrisch apparaat staat aangegeven hoeveel vermogen het vraagt. Tel dus het aantal elektrapunten en kijk welke apparaten daarmee gevoed worden. Zo kun je nagaan welke apparaten er samen op één groep passen. Let op: zet een elektrisch apparaat met een hoog vermogen (meer dan 2.000W) op een eigen groep.
Het is verplicht om minimaal twee aardlekschakelaars in de verdeelkast te hebben. Op één 2-polige aardlekschakelaar mogen maximaal vier groepen van 16 ampère worden aangesloten. Voor een krachtgroep gebruik je een 4-polige aardlekschakelaar.
Welke eisen/normen zijn er op de groepenkast van toepassing?
Belangrijk om te weten: een groepenkast moet voldoen aan de eisen die op het moment van installeren van kracht zijn. Dat zijn op dit moment: de NEN 1010 voor het aanleggen van veilige laagspanningsinstallaties, de NEN 2768 waarin de eisen voor de afmeting en de inrichting van een meterruimte in een woonfunctie zijn vastgelegd, en de product norm NEN-EN-IEC 61439-3 voor groepenkasten.
Verder zijn groepenkasten en onderdelen daarvan (als het goed is) voorzien van een CE-markering, die garandeert dat het product voldoet aan de geldende regels binnen de Europese regelgeving.
Wat kost een nieuwe groepenkast?
Deze vraag heb je als installateur vast vaker gehoord. Het antwoord kun je eigenlijk pas geven als je bij de klant in de meterruimte hebt gekeken. Er zijn nogal wat factoren die de prijs beïnvloeden: type groepenkast, merk (iedere installateur heeft zijn eigen voorkeur), hoeveel installatieautomaten er in de groepenkast moeten komen. Naast de standaard componenten wil de klant misschien nog extra’s geïnstalleerd hebben. En dan is er de bekabeling, en de installatie zelf; afhankelijk van de wensen ben je er een x-aantal uren mee bezig. Laat je dus niet verleiden om ‘zomaar’ wat te zeggen vooraf, ga kijken en inventariseer de wensen. Dan heb je een goed beeld van wat er moet gebeuren en kun je een kostenraming maken.
____________________________________________________________________________